Terug naar VIII.h.
Henk (VIII.h) en Sabine Berkman in Auckland Nieuw Zeeland
 
Henk en Sabine Berkman voelden zich niet langer thuis in Nederland. "We waren gefrustreerd door Nederland", vertelt Henk. "Het was de tijd dat zure regen en smog constant onder de aandacht werd gebracht en we vonden Nederland klein, krap en vies. Eerst zijn we in België gaan wonen, maar we wilden verder weg. Toen kreeg ik een aanbod om als professor Financiën aan de universiteit van Auckland te werken. We hebben een video over Nieuw-Zeeland gehaald. Na twee uur videokijken hebben we een fax gestuurd dat we eraan kwamen. Dat was in 1993."
"We zijn nooit teleurgesteld geweest in Nieuw-Zeeland en hebben nooit heimwee gehad. Het is het land van onze dromen en biedt alles wat we zoeken. De eerste drie jaar hebben we alles gedaan en gezien wat op de video stond. We hebben veel vrienden gemaakt, feestjes gehad en veel gedaan. Tegen de tijd dat onze dochter Sanne (1996) werd geboren, hadden we dus al een heel sociaal netwerk. Daarna volgde Tommie (1998). Onze kinderen zijn dus echte "Kiwikids". Na een aantal jaar heeft Sabine de Nederlandse School in Auckland opgezet. Inmiddels hebben we nu na al die jaren hier, weer compleet opgebouwd wat we in Nederland hadden achtergelaten."
 
"We hebben niet de wens om ooit weer permanent in Nederland te wonen. Het is er koud, nat, vol, gehaast en onbeleefd. We zouden dan de bergen missen en de zee, het groen en de ruimte. De Nieuw-Zeelandse film ´Whalerider' toont precies wat ik bedoel. De kwaliteit van het leven hier weegt zeker op tegen het gemis van vrienden en familie in Nederland."
 
Werken in Nieuw Zeeland.
Nederlanders die in Nieuw-Zeeland werken, merken dat zij harde werkers zijn vergeleken met de 'Kiwi's'. Dat komt doordat de Nederlands werkcultuur veeleisender is dan de Nieuw-Zeelandse. Dat lijkt een groot voordeel, maar kan ook zeer frustrerend zijn.
 
Sinds de Nederlandse emigrantengolf van de jaren '50 hebben Nederlanders de naam opgebouwd van goede, harde werkers. "Niet iedereen vond dat in het begin even leuk" en er waren veel mensen, van wie collega's het niet in dank afnamen dat ze op de Nederlandse manier werkten."
 
Verwachtingen
Ook tegenwoordig doen Nederlanders het goed in Nieuw-Zeeland. "Met je Nederlandse werkethiek voldoe je in Nieuw-Zeeland al heel snel aan de verwachtingen", zegt Henk Berkman, werkzaam als professor aan de universiteit van Auckland. "Als je niet aan alle gestelde eisen voldoet, hoef je niet bang te zijn. Dat verwacht namelijk niemand van je. In Nederland is het normaal om goed werk af te leveren, te doen wat je zegt en afspraken na te komen. Nieuw-Zeelanders zijn daar erg van onder de indruk." "Zelfs als je op 50 procent draait, zijn ze waarschijnlijk nog erg tevreden over je", voegt zijn vrouw Sabine toe.
 

Henk en Sabine Berkman
 
Frustratie
Je draai vinden in de Nieuw-Zeelandse werkcultuur klinkt dus als een makkie. In de praktijk valt dit soms onverwacht tegen. "Als je je niet aanpast aan deze werkcultuur, raak je gefrustreerd". "De Nederlandse manier van werken op basis van 'je doet wat je belooft en op tijd' moet je echt afleren." "Aanpassen is de enige oplossing. Het heeft geen zin om tegen de stroom in te gaan."
 
Regelgeving
Een Arbodienst zoals in Nederland, kent Nieuw-Zeeland niet. "Er zijn bijvoorbeeld geen regels over werktijden", vertelt Henk. "Je mag zelf weten hoeveel uur per week je wilt werken. Wel is er wetgeving over werk en veiligheid. Dat is op papier geregeld, maar er is geen controleorgaan. Het is ook heel gebruikelijk dat mensen meerdere banen hebben en twee dagen bij de ene werkgever werken en drie dagen bij een andere. Mensen switchen makkelijk van baan. Dat kan ook, want een echte opzegtermijn is er niet. Het lijkt mij alsof de betrokkenheid met werk hier minder is."
 
Loyaliteit
Toch is loyaliteit wel een belangrijke eigenschap voor Nieuw-Zeelandse werkgevers. Veel mensen zitten al jaren bij hetzelfde bedrijf en belanden door hun dienstjaren hoger op de ladder. "Mensen op hoge posities hebben veelal geen formele kwalificaties". Bijvoorbeeld, de meeste bankmanagers zijn als 20-jarige begonnen in de postkamer. Mensen werken zich omhoog. Dat is vaker het geval dan dat iemand heeft gestudeerd of naar een hogeschool is geweest."
 
Hiërarchie
Hiërarchie op het werk komt in Nieuw-Zeeland voornamelijk naar voren in de taakverdeling, niet zozeer in status en rang. Henk Berkman: "Het verschil in rangen en standen speelt hier minder een rol, merk ik in mijn werk als professor aan de universiteit van Auckland. Als je iets te zeggen hebt, kan dat, tegen iedereen."
 
Hiërarchische verschillen in taakverdeling zijn er echter duidelijk, ervaart Henk Berkman. "Hier is geen overlegcultuur zoals in Nederland. De verhoudingen zijn naar Angelsaksisch model. Daardoor is hiërarchie veel meer aanwezig. De afstanden tussen de verschillende lagen in het bedrijf zijn groter. De hoger gepositioneerde wordt betaald om beslissingen te nemen en daadkrachtig te zijn. De lagere persoon om ze uit te voeren. Dus moet je hem niet vragen mee te denken, want hij vindt dat hij dan jouw werk doet. Als manager zou ik in theorie kunnen profiteren van deze gezagsverhoudingen. Maar men is hier minder eerlijk en uitgesproken dan ik uit Nederland gewend ben, dus in de praktijk heb ik liever de Nederlandse overleg- en werkcultuur. Bovendien denk ik dat die ook beter is voor werknemers. De rechten van werknemers zijn in Nieuw-Zeeland te ver uitgekleed.
 
"De hiërarchische lijnen zijn hier scherper. In Nederland werken mensen van alle niveaus samen en overleg je veel. Hier bemoei je je niet met elkaars werkterrein, want ieder werkt voor zich. Dus als de een het heel druk heeft, maar de ander het juist wat rustiger, weet je dat niet van elkaar. Of als iemand iets vergeet, wordt dat niet opgemerkt. Persoonlijk vind ik dat jammer, hier vindt men dat niet zo erg."
 
Salarissen
Om flink geld te verdienen en rijk te worden, moet je niet naar Nieuw-Zeeland emigreren. "Salarissen zijn over het algemeen lager dan in Nederland", zegt Henk. "Het modale inkomen hier is ongeveer 35.000 NZ-dollar per jaar (ongeveer 18.000 euro) In Nederland is dat 70 procent meer. Maar de levensstandaard is hier ook lager. Wat je ook vaak ziet, is dat mensen werken totdat ze genoeg geld hebben. Dan stoppen ze of gaan ze parttime werken en gaan ze wat doen met hun leven: reizen, meer tijd aan hun kinderen besteden, varen."
 
"Nieuw-Zeelanders hebben niet de instelling dat ze zoveel mogelijk willen werken en verdienen. De meesten werken tot ze genoeg geld hebben om te kunnen leven. Hier werkt men om te leven, niet andersom."
 
Het onderwijs in Nieuw-Zeeland.
In Nieuw-Zeeland hebben kinderen de keus tussen privé- en openbare scholen, thuisscholing of internaten. Over het algemeen komt het onderwijssysteem overeen met dat in Nederland, maar er zijn ook enkele fundamentele verschillen. Sabine Berkman, directeur en onderwijzer van de Nederlandse school in Auckland, vertelt over het Nieuw-Zeelandse onderwijs.
 
"Openbare scholen worden gefinancierd door de overheid", begint Sabine te vertellen. "Voor deze scholen geldt een 'zone'-regel. Je bent gedwongen je kind naar de school te sturen in jouw zone. De zone heeft invloed op de school en andersom. In de wijken waar veel Maori's of mensen afkomstig van de Stille Zuidzee-eilanden wonen, zijn 'zwarte scholen' ontstaan. In de buurt van goede openbare scholen stijgen de huizenprijzen, want veel mensen willen daar wonen, zodat hun kind naar die school kan gaan."
 
Privé-scholen
"In Nieuw-Zeeland is het heel gewoon om je kind naar een privé-school te sturen. Voor zo'n school ben je niet gebonden aan een bepaalde regio. Deze scholen onderwijzen vaak vanuit een bepaalde geloofsovertuiging, meestal katholiek. Of het zijn aparte jongens- en meisjesscholen. Over het algemeen zijn de klassen wat kleiner en zijn voorzieningen zoals computers wat beter geregeld. Maar je betaalt er ook meer voor terwijl openbare scholen nagenoeg gratis zijn. Op zowel openbare als privé-scholen komt het voor dat kinderen uniformen moeten dragen."
 
Minder geschikt
"Privé-scholen zijn niet per definitie kwalitatief beter. Generaliserend denk ik dat ouders die hun kinderen bewust naar een privé-school sturen, denken dat hun kind briljant is en dus ook verwachten dat het briljant scoort. Daar betalen ze immers voor. Maar als een kind het minder goed doet, betwijfel ik of het goed is dat het constant op zijn tenen moet lopen om bij de rest te horen. Zulke scholen zijn daarom minder geschikt voor kinderen die middelmatig presteren."
 
Thuisscholing
Door de dunbevolktheid van Nieuw-Zeeland is er niet bij iedereen een school in de buurt. Vooral op het Zuidereiland moeten mensen op zoek naar een andere optie. "Er zijn kostscholen, waar kinderen intern zitten en door de week overnachten", legt Sabine uit. "Ook kiezen sommige ouders voor thuisscholen. In Nieuw-Zeeland ben je namelijk niet verplicht je kind onderwijs te laten volgen op een school. Dat komt vrij veel voor. De moeders komen dan eens per week bij elkaar, zodat de kinderen elkaar ontmoeten. Ze gaan een gezamenlijke activiteit doen, zoals zwemmen, of ze nodigen bijvoorbeeld een kunstdocent uit."

Schooluniform
Schoolbus
"Mijn twee kinderen zitten op de openbare basisschool in Titirangi, een buitenwijk in Auckland, vertelt Sabine ons. De school is tegenover ons huis, dus ze kunnen bij hoge uitzondering zelf naar school lopen. Dat is niet normaal. Ouders moeten hun kinderen halen en brengen. In veel delen van Auckland is er een schoolbus. De meeste oudere kinderen nemen die, zelfs als ze een uur van de school vandaan wonen."
 
Curriculum
Kinderen gaan op hun derde naar de kleuterschool, drie middagen per week en als ze vier zijn, vijf ochtenden. Vanaf de dag dat een kind vijf is, gaat het naar de basisschool. Dat niveau is vergelijkbaar met groep twee in Nederland. Kinderen leren al wel lezen, maar er is ook nog veel ruimte voor spelen. Dit heet 'year 1' en dat loopt door tot 'year 6', vergelijkbaar met het oude lagereschoolsysteem in Nederland.
 
De bovenbouw, de laatste twee klassen voor kinderen grofweg tussen de 10 en 13, is een aparte school. Deze 'intermediate school' zit soms vast aan de basisschool, maar kinderen kunnen daarvoor ook naar een andere school. "In het begin vond ik het maar flauwekul dat kinderen voor twee jaar naar een aparte schoolomgeving moesten", bekent Sabine. "Maar van anderen begrijp ik dat het toch wel een goede functie heeft. Die kinderen beginnen net te puberen, komen in een moeilijkere periode en proberen zichzelf te ontdekken. Het is wel goed om dan in een omgeving te zijn die daarop is afgestemd, met kinderen die allemaal in dezelfde fase zitten."
 
Na de 'intermediate school' kunnen kinderen van hun 13e tot hun 16e naar 'college' of 'highschool'. Daarna kunnen ze kiezen of ze een beroepsopleiding willen doen, of nog twee jaar college om daarna naar de universiteit te gaan.
 

Maori leren is verplicht
 
Speciaal onderwijs
In Nederland is er een keur aan speciaal onderwijs. Voor lichamelijke en verstandelijk gehandicapte, zeer moeilijk lerende kinderen of kinderen met psychiatrische of ontwikkelstoornissen zijn allemaal aparte scholen. In Nieuw-Zeeland zijn die er nauwelijks. "Als je kind speciaal onderwijs nodig heeft, ben je hier slecht af. In Auckland, een stad met 1 miljoen inwoners, zijn er slechts 3 scholen die daarop gericht zijn. Als de problemen van het kind niet ernstig genoeg zijn, gaat het mee in de 'gewone' stroom van het reguliere onderwijs. Oftewel, het gaat naar de lokale basisschool en een openbare school mag een kind niet weigeren. In iedere klas zitten er dus wel een aantal die in Nederland nooit automatisch in het reguliere onderwijs terecht waren gekomen, zoals kinderen met het syndroom van Down of zeer moeilijk lerende kinderen."
 
"Een school is echter wel verplicht in zulke gevallen een klassenassistent aan te stellen, die deze kinderen extra aandacht geeft in de klas. Maar hoeveel uur per week, wordt bepaald door de toestand van het kind. Bij mijn dochter in de klas zit een jongetje met ADHD, een heel druk en moeilijk kind. Hij krijgt twee uur per dag les van de assistent, maar de rest van de dag zitten de juf en de klas met hem 'opgescheept'. Dit brengt heel lastige situaties met zich mee, zowel voor de juf en de andere kinderen als voor het kind zelf."

 
Het bovenstaande is een samenvatting van intervieuws met Lies Rubingh (Redacteur Radio Wereldomroep Nederland) en enkele Nederlanders in Nieuw Zeeland,
gepubliceerd op de website http://www.rnw.nl
 
Terug naar VII.h.