Bron: Doopsgezinde Gemeente Arnhem.
GEMEENTENIEUWS nr. 9.
september 2012.
15 januari 1926, Kalamazoo, MI (USA) – 14 juni 2012, Arnhem.
Zuster Mary Maris-Berkman wist dat ze erg ziek was, dat ze niet meer beter zou worden. Ze
heeft maar een paar dagen in het ziekenhuis gelegen. Niemand had verwacht, dat ze zo
gauw zou overlijden – een half jaar nadat we samen met haar afscheid moesten nemen van
haar man en onze broeder: Guus Maris.
Zij was dankbaar voor haar leven van 86 jaren.
Ze gaf aan dat ze het niet ingekort en ook
niet uitgerekt wilde hebben. Zij die graag de touwtjes in handen heeft gehad, kon loslaten en
aanvaarden.
Op 15 januari 1926 werd Mary Mae Berkman geboren in het stadje Kalamazoo in Michigan
(USA). In de crisisjaren (de jaren ’30) verhuisde het gezin naar Goshen in Indiana; daar is
ze als enig kind opgegroeid en heeft ze de middelbare school afgerond. Ze was nog een
tiener, toen haar moeder erg ziek werd en aan kanker stierf. Haar tantes en ooms, neven en
nichten in Goshen hebben haar goed opgevangen. Aan hen bewaarde ze dierbare
herinneringen en met hen bleef ze ook later altijd contact houden.
Van huis uit gereformeerd en van Nederlandse immigranten, leerde ze via haar oma haar
doopsgezinde wortels kennen en vond ze haar geestelijk thuis bij de Mennonites in Goshen
en wereldwijd.
Op Goshen College studeerde ze Engelse taal en literatuur en leerde ze de Nederlander Jan
Matthijssen kennen, die op Goshen Seminary theologie studeerde.
In 1948 zijn Johannes Petrus Matthijssen en Mary Mae Berkman getrouwd en zijn ze naar
Nederland gekomen. Na een studie aan de Zendingshogeschool in Oegstgeest werden zij
uitgezonden om de theologische kweekschool in Pati op Java te helpen opbouwen en de
jonge gemeenten te steunen. Hun oudste twee kinderen, Peter en Eileen, zijn er geboren.
Toen de kerk op eigen benen kon staan en alle Nederlanders Indonesië moesten verlaten,
werd Jan als predikant van de Doopsgezinde gemeenten van Meppel en Hoogeveen
beroepen. In Meppel werd hun jongste dochter, Jeannette, geboren.
In 1964 volgde een beroep naar Amsterdam. Mary ondersteunde hem met grote inzet en
toewijding in zijn predikantstaak, in het zondagschool- en kringwerk en bezoekwerk. Ze
was gastvrij voor vele, vaak buitenlandse logé’s.
Later pakte ze haar beroep als docente Engels weer op in bedrijven en scholen.
1978 was een heel moeilijk jaar voor haar en het hele gezin: Jan werd ernstig ziek en moest
stoppen met zijn werk. Op 26 oktober 1978 overleed hij – nog maar 54 jaar oud. In deze
moeilijke tijd vond ze steun bij Guus Maris, die sinds de jaren op Java een vriend van Jan
geweest was.
Bijna 8 jaar is ze weduwe geweest, toen ze op 4 juli 1986 trouwden en in Doorwerth gingen
wonen – eerst aan de Dalweg, daarna in een flat aan de Beethovenlaan.
Na jaren van gemis en alleen zijn, hebben ze samen heel gelukkige en goede jaren beleefd:
reizen, genieten van hun kinderen en kleinkinderen, contacten onderhouden met allerlei
kennissen en vrienden, actief zijn voor de doopsgezinde gemeente Arnhem en de
broederschap.
Jarenlang heeft ze Guus met liefde verzorgd. Tot ze hem met pijn in het hart naar een
verpleeghuis moest laten brengen.
De laatste dienst die ze bezocht, was de Avondmaaldienst van onze gemeente in Nieuw
Schoonoord. Ze wilde zo graag nog een keer daaraan deelnemen. Geloof en de band met de
geloofsgemeenschap betekenden veel voor haar.
De maandag vóór haar overlijden zei ze: “Paul, doe de groeten aan de zusters en broeders
van de gesprekskring die Guus en ik bij ons thuis hadden – en aan allen in de gemeente.”
Op 22 juni 2012 hebben we in een dienst in het crematorium Moscowa afscheid genomen
met de woorden uit Psalm 139: “Gij - Gij peilt mijn hart, Gij doorgrondt mij. Gij weet mijn
gaan en mijn staan…” en met het zingen van liederen en ophalen van herinneringen aan
haar.
Paul F. Thimm.
Terug naar gegevens Mary Maris-Berkman.